Arp Schnitger: erflater van een orgelbouw-traditie zonder weerga
door Hans Davidsson |Het ORGEL |Jaargang 108 |(2012) |Nummer 1Hans Davidsson | Arp Schnitger: erflater van een orgelbouw-traditie zonder weerga Het ORGEL 108 (2012), nr. 1, 14-25 [samenvatting] |
Wat de gebruikte materialen betreft en de wijze waarop ze geproduceerd werden, zijn de orgels van Arp Schnitger van onovertroffen kwaliteit. De eeuwen door zijn orgelbouwers en orgelexperts geïnspireerd door het heldere concept, de logische structuur en architectuur, het fijnzinnig toucher, de dynamische wind en de onvergelijkbare kwaliteit en rijkheid van geluid.
Geïnspireerd door de klank van het Der Aa-kerk-orgel startte in de jaren negentig het Göteborg Organ Art Center (GOArt) van de Universiteit van Göteborg: een research-werkplaats voor de reconstructie van een groot orgel in Schnitger-stijl, het ‘North German Organ Research Project’. Het centrale onderzoeksprobleem van dit project (waarom historische pijpen zo anders klinken dan moderne pijpen van gelijke constructie) was eigenlijk gedurende de hele twintigste eeuw de steeds terugkerende vraag en het probleem vormde de hele eeuw de stuwende kracht voor bouwers, experts en organisten.
Het GOArt-project betrof een interdisciplinair, academisch project waarvan het doel niet alleen het uitvoeren van het onderzoek was, maar ook om de resultaten vruchtbaar te maken voor de actuele orgelbouw. Er heerste de overtuiging dat wanneer we het proces van Arp Schnitgers orgelbouw konden reconstrueren, we in staat zouden zijn een orgel te bouwen dat leek op één van zijn orgels, of misschien kwalitatief vergelijkbaar zou zijn met een instrument van één van zijn Meistergesellen.
Wat de vormgeving van de orgelkassen en in het algemeen: architectonische aspecten van Schnitgers orgels betreft, blijkt dat Schnitger herkenbare auditieve en visuele patronen van zijn taal combineerde in een groot aantal gevarieerde samenstellingen. Hij stond er geheel voor open om zich aan te passen aan de ruimte, architectuur en stijl van elke kerk.
De roem van Schnitgers instrumenten betreft echter niet in de eerste plaats hun architectuur, maar hun superieure klankkwaliteit. Mensen waren gefascineerd door de kwaliteit van de klank, de rijkheid van de tongwerk-ensembles en de kwaliteit en duurzaamheid van het pijpwerk van Schnitgers orgels. Het feit dat ongeveer twintig procent van Schnitgers instrumenten meer dan driehonderd jaar na hun bouw nog bewaard is gebleven, ondanks de verandering van smaak in de loop der tijd, getuigt van hun artistieke kwaliteit, hun technische kwaliteit en van Schnitgers perfecte vakmanschap.
Schnitger werkte zeer efficiënt wat de productie van zijn orgels betreft. Zijn vermogen om zijn visie en werkmethode succesvol over te dragen op een kring van orgelbouwers en Meistergesellen, zorgde ervoor dat hij zijn team flexibel kon leiden en tegemoet kon komen aan de enorme marktvraag. Hij vestigde en leidde werkplaatsen op verschillende locaties in Europa.
Schnitgers orgels blijven ons fascineren en zijn stijl en methode hebben het vermogen als model te dienen voor toekomstige orgelbouw.
Klik hier om de discussie te beluisteren tijdens het symposium ‘Schnitger now’ op 15 oktober 2011.
Hans Davidsson tijdens zijn lezing. Foto: Jan Smelik