Artikelen
Victor Timmer |
![]() |
'Een zeer aftandsch instrument'. Uit Groninger kerken verdwenen huispijporgels (en verwante instrumenten) Het ORGEL 114 (2017), nr. 1, 20-33 [samenvatting] |
Hoewel orgels van nature als fysieke entiteit een statisch fenomeen
zijn, wil dat niet zeggen dat ze ook altijd op de plaats (blijven)
staan waarvoor ze zijn ontworpen. Niet alleen kleine instrumenten
(van portatieven tot kleine positieven), maar ook orgels van een
grotere omvang zijn geregeld van locatie veranderd. Dit is zeker het
geval bij huisorgels. Hoewel de naamgeving van deze categorie
instrumenten al aanduidt dat ze oorspronkelijk doorgaans voor een
specifieke doelgroep werden gebouwd, komen we ze toch veelvuldig
voor korte of langere tijd in kerkgebouwen tegen, soms al direct bij
de bouw, soms pas later. Daarvoor kunnen diverse aanleidingen zijn:
de bescheiden omvang van een kerkzaal, beperkt beschikbare financiën,
plaatsing als resultaat van een schenking, de behoefte aan een
tijdelijke 'oplossing' of aan een klein koororgel, et cetera. Zo
verschenen heel wat huisorgels (al of niet met zelfstandige
vormgeving) in kerken, soms voor korte, maar ook vaak voor langere
tijd. In dit artikel wordt de aandacht gericht op de provincie
Groningen. Aan bod komen achtereenvolgens instrumenten die voorheen
stonden in de Voormalige Evangelisatie te Doezum, de hervormde
kerken te Eppenhuizen, Kloosterburen, Leek en Overschild, de
Kloosterkerk te Ter Apel, de Christelijke Gereformeerde Kerk te
Ulrum, de Hervormde Kerk te Uitwierde en de Hervormde Kerk te Wehe.
Eppenhuizen-vDoornboskas-1882
Uitwierde Foto collectie Centrum voor Religie en Erfgoed,
Rijksuniversiteit Groningen