Artikelen
Jaap Jan Steensma |
![]() |
Schakel tussen Scherer en Schnitger. Het Stellwagen-orgel in de St.Marien te Stralsund gerestaureerd Het ORGEL 105 (2009), nr. 1, 22-36 [samenvatting] |
Na een lange periode van voorbereidingen, onderzoek en documentatie
is het Stellwagen-orgel (1659) in de Marienkirche van Stralsund
gerestaureerd en gereconstrueerd. Tijdens de elfde editie van de
Friedrich-Stellwagen-Orgeltage, in september 2008, is het orgel
opnieuw in gebruik genomen.
In de vijftiende eeuw hebben in de Marienkirche diverse orgels
gestaan. In 1647 brandde de kerktoren van de St.-Marien af en
stortte een deel van de westwand in. Ook het orgel werd toen
verwoest. Waarschijnlijk ging het om het instrument dat Nicolaus
Maass in 1594 gebouwd had.
Friedrich Stellwagen (1603-1660) kreeg in 1653 opdracht een volledig
nieuw orgel te bouwen. Dat was een belangrijke opdracht, omdat
orgelprojecten in die tijd vaak aanpassingen van bestaande
instrumenten betroffen.
Stellwagen was afkomstig uit Saksen en werkte vanaf 1629/1630,
misschien eerder, samen met zijn latere schoonvader Gottfried
Fritzsche. In 1634 werd Stellwagen zelfstandig en verwierf hij een
monopoliepositie in Lübeck. In zijn werk zijn vooral de invloeden
van Fritzsche en de Hamburger Scherer-traditie duidelijk aanwezig.
Hoewel Stellwagen vaak wordt geassocieerd met de componist Dieterich
Buxtehude, is de relatie tussen de orgelmaker en een eerdere
generatie componisten (Heinrich Scheidemann, Jacob Praetorius, Franz
Tunder) veel hechter.
Het Stellwagen-orgel in de St.-Marien raakte in de loop der tijd
diverse keren beschadigd. De schade die tijdens de Tweede
Wereldoorlog ontstond, was desastreus. De firma Schuke uit Potsdam
restaureerde het orgel in de jaren vijftig en zestig. De beoogde
reconstructie van de situatie-1659 werd toen niet geheel naar
tevreden gerealiseerd vanwege gebrek aan financiën, materiaal en
kennis. Ook de moeilijke politieke situatie in de DDR speelde
daarbij een grote rol.
De restauratie die onlangs voltooid is, werd uitgevoerd door de
orgelmakers Hans van Rossum en Kristian Wegscheider en intonateur
Gunter Böhme (Dresden). De adviescommissie bestond uit Gustav
Leonhardt (erevoorzitter), Peter van Dijk, Klaus Eichhorn, Niclas
Fredriksson, Martin Rost en Eckhard Wiese. Bij de restauratie en
reconstructie is geprobeerd zoveel mogelijk de situatie uit 1659
terug te halen. De restauratoren hebben zich op overtuigende wijze
ingeleefd in zeventiende-eeuwse esthetiek.
In het artikel wordt aandacht besteed aan de beeldhouwwerken in het
front. De groep van zeven grootste beelden vormt een belangrijke
schakel in zowel de architectonische functie van het front, als de
allegorische en iconografische gedachte die eraan ten grondslag
ligt. De drie figuren in de verticale as stellen de verbinding
tussen hemelse en aardse muziek voor. In het midden staat koning
David, de engelen boven en onder hem zijn personificaties van het
Sanctus en Benedictus.
Schets orgelfront - Jaap Jan Steensma
De originele
registerop
De registerkn
Met dank aan Martin Rost, Stralsund.
Het gezicht van
koning David is nogal hoekig, hij knikt vriendelij
De kroon staat losjes op zijn hoofd. Davids techniek is opmerkelij
Het is een beeld dat men eerder zou associëren met de uitlopers van
middeleeuw
De labia van de frontpijpe
Met dank aan Martin Rost, Stralsund.
De oudst bekende
foto van het orgel, genomen rond 1880. Afkomstig uit de nalatensch
Goed te zien is dat het laatste paneel in het kassettenv
Sinds 2008 hangt er het wapen van de Hermann Reemtsma Stiftung.
Met dank aan Martin Rost, Stralsund
Foto: Jan Smelik
Foto: Jan Smelik