Artikelen
Rogér van Dijk & Cees van der Poel |
![]() |
Hugo Distler en &
"zijn" orgels Het ORGEL 104 (2008), nr. 4, 18-34 [samenvatting] |
In de Jakobikirche te Lübeck trof Distler in 1931 een kerkmuzikaal levende
praktijk aan. De twee historische orgels in deze kerk, en met name het
Stellwagen-orgel, hebben een belangrijke rol gespeeld bij de totstandkoming van
Distlers orgelwerken.
Het grote orgel dateert uit de zestiende eeuw en werd tussen 1670 en 1673
vernieuwd en vergroot door Joachim Richborn. Hugo Distler en zijn zwager Erich
Thienhaus begeleidde de algehele restauratie door de firma Kemper in 1935. Na de
Tweede Wereldoorlog werd tot tweemaal toe een nieuw instrument gebouwd achter
het oude orgelfront.
Het kleine orgel in de Jakobikirche dateert uit het einde van de zestiende eeuw
en werd in 1636/1637 grondig gerenoveerd en vergroot door Friedrich Stellwagen.
In de loop der eeuwen werkte diverse orgelbouwers aan het instrument. In 1935
restaureerde firma Kemper het instrument op basis van een plan van Distler en
Thienhaus. Orgelmaker Hillebrand restaureerde het instrument in 1977/1978,
waarbij aansluiting gezocht werd bij de situatie uit 1637.
In 1938 liet Distler een huisorgel bouwen door Paul Ott. Na Distlers dood in
1942 kwam het orgel terecht in respectievelijk Linz, Marquartstein, Detmold,
Hildesheim en ten slotte Lübeck. Na een restauratie in 1991-1992 door de firma
Karl Schuke werd het orgel uiteindelijk geplaatst in de Gemeindesaal van de
St.-Jakobi in de oude predikantenwoning op de Koburg.
Foto's:
Jan Smelik
Hoofdorgel





Koororgel




Distler's huisorgel
Foto: Hugo-Distler-Archiv, Lübeck
