Artikelen
Albert van der Schoot |
![]() |
Wie is de uitvinder van de Gulden Snede? Het ORGEL 99 (2003), nr. 3, 38-40 [samenvatting] |
Het is een hardnekkig misverstand dat de gulden snede al in de renaissance
zou zijn gebruikt door kunstenaars en architecten. Weliswaar was de verhouding
al bij Euclides bekend, maar die beschreef hem slechts in zijn Elementen: een
lijnstuk is verdeeld volgens de gulden snede als het grootste deel zich tot het
kleinste verhoudt zoals het geheel zich verhoudt tot het grootste deel.. Ook
publiceerde Luca Pacioli in 1498 zijn Divina Proportione, over de gulden snede,
maar ook dat boek zwijgt in alle talen over de rol die deze proportie in de
kunst zou spelen. Inderdaad oriënteerden schilders zich veeleer op de
verhoudingen van het menselijk lichaam. Voor de wijdverbreide hypothese dat
Leonardo da Vinci de sectio aurea introduceerde, ontbreekt elk bewijs.
Wel bleef de mensheid de bijzondere verhouding bewonderen, maar een verband met
de kunst werd pas gelegd in 1854, door de Duitse filosoof Adolf Zeising, in zijn
boek Neue Lehre von den Proportionen des menschlichen Körpers, aus einem bisher
unerkannt gebliebenen, die ganze Natur und Kunst durchdringenden morphologischen
Grundgesetze entwickelt und mit einer vollständigen historischen Uebersicht der
bisherigen Systeme begleitet. Volgens hem was de natuur geordend volgens de
gulden snede; om dat aan te tonen paste hij onder meer een afbeelding van een
stier aan.
Geen enkele kunstenaar of filosoof had er voor het verschijnen van Zeisings boek
blijk van gegeven aan de gulden snede enig artistiek belang te hechten.